Zijn eigen voertuig kunnen onderhouden.
5 minutes
Voor deze nieuwe les gaan we het hebben over mechanica en meer bepaald over enkele onmisbare begrippen om jouw motor goed te onderhouden.
Motorolie heeft 3 functies. Het maakt het mogelijk om :
Hoe controleer je de oliepeil?
Het oliepeil wordt gemeten met de peilstok (staaf). De hoeveelheid moet tussen het "minimum" en het "maximum" liggen.
Bovendien wordt de dop rechts van de peilstok gebruikt om de motorolie bij te vullen.
Belangrijk
Om het oliepeil te controleren moet de auto op een vlakke ondergrond staan en moet de motor koud zijn.
Examen
Dit rode lampje geeft een laag oliepeil aan.
Stop onmiddellijk en zet de motor af!
Koelvloeistof helpt bij het beschermen van de motor.
Een motor warmt natuurlijk zeer snel op en mag niet oververhitten. Daarom wordt er een vloeistof in verwerkt om het af te koelen.
Net als bij andere vloeistoffen moet de remvloeistofpeil tussen de "min" en "max" liggen.
Ruitenwisservloeistof is essentieel voor het reinigen van de voorruit van jouw auto.
Het reservoir van de ruitenwisservloeistof heeft vaak een blauwe dop.
De batterij heeft 2 functies:
Informatie
Als je de koplampen de hele nacht laat branden, raakt de accu leeg en kan het zijn dat de auto de volgende dag niet meer opstart.
Terwijl je aan het rijden bent, zie je plots een lampje branden op het dashboard.
"Oh, wat is dat? Wat is er aan de hand? Is het erg?"
Kan ik doorgaan of moet ik stoppen?
Eens kijken...
De waarschuwingslampjes bevinden zich op het dashboard van jouw auto, ze geven een signaal om de bestuurder te waarschuwen in geval van een anomalie.
Er zijn 3 soorten waarschuwingslichten:
De functioneringslampjes (groen of blauw) die dienen om aan te geven dat je een functie hebt geactiveerd.
Geen paniek, alles werkt!
Waarschuwingslampjes (oranje) die bedoeld zijn om een storing of defect aan te geven.
Je mag verder rijden als je geen lange reis hebt. Maar ga zo snel mogelijk naar de garagist, er is iets mis!
Waarschuwingslichten (rood) die tot doel hebben de bestuurder te waarschuwen voor een gevaar. In tegenstelling tot waarschuwingslampjes, moet je hier onmiddellijk stoppen en kijken wat er mis is wanneer een van deze lampjes brandt.
Het ABS (Anti-Blokkeersysteem) is een systeem dat voorkomt dat de wielen blokkeren.
Als het lampje brandt, dan is jouw ABS defect .
Geen paniek, je mag blijven rijden (oranje licht) maar ga zo snel mogelijk naar een garage.
Examen
ABS heeft GEEN invloed op de remafstand.
Je zal dus niet sneller stoppen!
ESP (Electronic Stability Program) is een systeem dat tot doel heeft jouw voertuig te stabiliseren wanneer het slipt of wanneer je een slechte manoeuvre hebt uitgevoerd, zoals een scherpe bocht of het ontwijken van een obstakel, enz.
De koppeling wordt bediend met het linkerpedaal .
Informatie
Zodra de verandering van versnelling is gebeurd, mag je jouw voet niet op het koppelingspedaal laten. Plaats hem op de voetsteun!